Een kat is erg kieskeurig, maar in vergelijking met de mens is de smaak van de kat beduidend minder. Een kat kan wel goed proeven door de combinatie van smaak met heel goed ruiken en het orgaan van Jacobson
- katten hebben maar 500 smaakpapillen (de mens 9000) op het puntje, achteraan en aan de zijkanten van de tong
- reuk en smaak zijn zeer nauw met elkaar verbonden, doordat de neusholte direct in de bek uitmondt
- de combinatie met een gevoelige neus met 60 miljoen reukcellen (de mens 20 miljoen) zorgt ervoor dat katten de kleinste verschillen in de samenstelling van het voer kunnen ontdekken, door flehmen worden geuren geïnhaleerd (een kat ruikt altijd eerst uitgebreid aan zijn eten)
- de tong met daaraan een geur wordt naar achteren bewogen en wordt achter in het verhemelte tegen de opening van het orgaan van Jacobson gedrukt; met dit orgaan ‘proeven-ruiken’ katten smaken far beyond ons voorstellingsvermogen (bv een kater die van grote afstand een krolse poes proeft-ruikt)
- katten kunnen, zoals de meeste vleeseters, geen zoet proeven, maar wel zout, bitter, zuur en umami (aminozuren van eiwitten)
- katten kunnen slecht ontgiften, daarom zijn zij erg kieskeurig en kunnen zij heel goed bitter proeven. Door het kunnen proeven van 12 verschillende bitters voorkomen zij dat ze giftige stoffen, giftige prooidieren en insekten binnenkrijgen
- de uitstekende bittersmaak is goed te zien wanneer een kat bittere medicijnen krijgt, wanneer hij in contact komt met een pad (heel erg kwijlen) of wanneer hij een muis opeet (de bittere galblaas blijft altijd liggen)
- umami is de vijfde smaak die gevoelig is voor glutamaat, één van de aminozuren. De smaakpapillen van de kat zijn zeer gevoelig voor dierlijke eiwitten met de daarin zittende vetten; één enkel aminozuur is al in staat de zenuwvezels van de smaak te stimuleren
- katten proeven het beste wanneer hun voedsel een lichaamstemperatuur heeft (liever geen eten uit de koelkast)
- geef een kitten veel variatie aan smaken en texturen, zodat zij op latere leeftijd gemakkelijk van voer kan veranderen en makkelijker is met het ingeven van medicijnen
- verwar kieskeurig niet met slechte eetlust tgv misselijkheid (nieraandoening), ziekten en gebitsaandoeningen
- voor katten zijn de aroma’s in voeding van heel groot belang; zij kunnen wel 200 aroma’s proeven (de mens 15-20)
- bij Hill’s hebben ze een groot onderzoekscentrum waar smaken helemaal tot moleculair niveau worden uitgeplozen om zo tot een smakelijke voeding te komen
- voor katten zijn ook de textuur en de vorm van de voeding erg belangrijk; zij willen graag grote crunchy brokjes zonder kruimels en zonder een vettige buitenkant. Zij moeten gemakkelijk op te pakken zijn en lekker breken in de bek
Dit bedoel ik met ‘groot en crunchy’
Wat proef ik ? Ik proef hondenkoekies bij de dierenarts !